De misrekening

Een stukje uit de ongepubliceerde memoires van Kiky Heinsius. Het complete bericht van Hendrika Jacoba Gerritsen-Heinsius bevat de geschiedenis van de vrouwen in Vught, Ravensbrück en München tot aan de terugkeer naar Nederland. De geschiedenis van Kiky is o.a. in KAMERA van Alexander Steig als Duitse vertaling opgenomen.

“De misrekening”
Toen wij het kamp Ravensbrück binnenkwamen, voelden wij ons buitenstaanders.
Nog maar drie dagen tevoren ‘had de bevrijding in Vught voor de deur gestaan. Nu zagen we de vervallen barakken, de troosteloze met kolengruis bestrooide paden en de haveloos geklede gevangenen. Dat kamp met zijn enorme afmetingen confronteerde ons wel met de harde feiten, maar het leek een boze droom. Een vergissing, die gauw weer ongedaan gemaakt zou kunnen worden. Onze helderblauwe overalls met de rode biezen op de broekspijpen en onze blauwe hoofddoeken met de witte stippen staken ook wel bijzonder schril af tegen alles wat ons daar opeens omringde.
Zo gekleed waren we, uitdagend zingend, het kamp binnengetrokken en onze komst had nogal wat opzien gebaard. Sommigen hadden ons zelfs voor gevangengenomen vrouwelijke parachutisten aangezien.
Dat had ons het wat elitaire gevoel gegeven, dat we alleen maar even langs kwame. Ravenbrück betekende voor ons slechts een kort oponthoud, op weg naar een ander, beter kamp.
Onze hooghartige houding werd nog versterkt door de schrikreactie van de bewaaksters, die uit den Bosch en Vught waren meegekomen.
„Ravensbrück, wo alles so schön sauber ist“, was het voorbeeld dat hun in de mond bestorven lag, als de bedden weer eens niet model genoeg waren opgemaakt. Nu pas werd ons duidelijk, dat zij hier nog nooit geweest waren en waarschijnlijk hun oudere collega’s hadden nagepraat die, in de beginperiode, in Ravensbrück waren opgeleid. De barre werkelijkheid van het kamp vervulde hen nu, net als ons, met walging en angst.
Misschien beaamden ze daarom ook zo gretig onze veronderstelling, dat Ravensbrück voor ons alleen maar een tussenstation, op weg naar een beter kamp zou blijken te zijn. „Zulke nette vrouwen als jullie horen hier niet, dat kan de bedoeling toch niet zijn“, was hun opwekkend commentaar.
Ik denk, dat zij hoopten en verwachtten, dat ook zij veel te goed voor dit kamp zouden worden bevonden en met ons, zo gauw mogelijk, weer zouden mogen vertrekken.
Ze hebben zich deerlijk vergist.
Ook zij bleken alleen maar nummers in een systeem te zijn en met hun wensen en gevoelens werd, net als met de onze, dan ook totaal geen rekening gehouden.